Na een goede nachtrust, een korte douche en een riant ontbijt (naar franse normen) waren we klaar voor de laatste 448 km naar het schiereilandje Quiberon.
We hebben gereserveerd voor de overtocht van 16h00. Om 13h45 waren we al aan de haven. Gelukkig was de ferry niet volgeboekt en konden we onze tickets omboeken naar de ferry van 14h30. De meisjes aan de balie waren een beetje aan de luie kant want ze boekten enkel de wagen om; wij moesten dus de boot van 16h00 nemen. Koen’s charmes volstonden om toch mee te mogen zonder omboeking…
’t Was schitterend weer dus namen we plaats op’t bovendek.
Een kleine 3 kwartier later landden we in Le Palais. Sauzon ligt 7 km verderop. Het was even zoeken naar het hotel; althans naar de ingang. We kregen de sleutels en toen we de kamer wilden betreden zagen we dat ze nog niet klaar was. Een kort bezoek aan de bar was voldoende om onze kamer te kunnen betrekken. Aan de recepte werd Diane gefeliciteerd met haar verjaardag… maar een fleske champagne / schuimwijn kon er persies nie van af. Pffff. 🙂 Er stond wél een karaf kraantjeswater klaar… Van vrijgevigheid gesproken…
Na een korte verkenning in Sauzon (de beentjes moesten dringend worden losgegooid) konden we aanschuiven voor een schaaldieren-buffet in het hotel. Man man man; wa was da! Blijkbaar zijn “tangen” pure garnituur; iedereen zit tóch met zijn vettige poten rechtstreeks in’t buffet te grabbelen… bweikes. Bye bye appetijt…
Gelukkig waren er ook “maagdelijke” gerechten waar we ons toch hebben kunnen aan bedienen.
Na een Calvadoske in de bar (we zijn in Bretagne) stond ons bedje op ons te wachten. Sloppel.