Vroeg uit de veren vandaag. We worden om 7u55 aan het hotel afgehaald voor een begeleid bezoek aan Auschwitz I en Auschwitz II (Birkenau). Na een uurtje bereiken we Auschwitz I.
De oude Poolse legerkazernes in het dorpje Zasole vormden de behuizing van dit eerste kampcomplex. Het terrein dat voor de vestiging was uitgekozen lag aan de oostelijke zijde van de Moravische Poort, in een vlakte tussen de rivieren Sola en WIsla. Dit was een vochtig, drassig en ongezond gebied. Verkeerstechnisch bood deze plaats de nazi’s veel voordelen, want Auschwitz lag aan de spoorwegverbinding van Katowicr met Krakau.
Auschwitz I, ook wel het Stammlager genoemd, was een van de drie grote kampen van Auschwitz en tevens het eerste. Het werd in 1940 officieel als gevangenenkamp opgeleverd, en deed later dienst als het administratieve centrum van het gehele complex. In dit kamp werden ongeveer 70 000 mensen omgebracht, voornamelijk Poolse intellectuelen en Russische krijgsgevangenen.
In deze potten zaten de blauwe kristallen van het gifgas.
Een gruwelijke verzameling van prothesen afkomstig van mensen die geëxecuteerd waren.
Als beesten sliepen de mensen op een laagje stro.
Gezellig naast elkaar op de pot… Van privacy was hier geen sprake…
De executiemuur.
De verbrandingsoven, waarin de vergaste lijken verbrand werden.
Auschwitz II, ook wel Auschwitz-Birkenau genoemd, was het tweede van de drie grote kampen van Auschwitz. Auschwitz II was het vernietigingskamp, en het is dit kamp waaraan de meeste mensen denken bij het horen van de naam ‘Auschwitz’. Het werd in 1942 officieel geopend.
Het kamp bevindt zich in Birkenau, de Duitse naam voor het Poolse dorpje Brzezinka (dit dorp werd gesloopt om Auschwitz-Birkenau te kunnen bouwen, al is het na de oorlog herbouwd naast het voormalige vernietigingskamp), ongeveer drie kilometer van Auschwitz I en besloeg een grote oppervlakte van 175 hectare. Behalve Joden, Sinti en Roma werden hier ook veel gewone burgers uit de toen bezette gebiedengevangen gehouden; waaronder zo’n 40 000 Vlaamse arbeiders en bedienden die als werkweigeraars waren opgepakt.
Het kamp werd in twee verdeeld door de spoorweglijn langs waar de gevangenen aangevoerd werden.
In zo’n wagon werden tot 100 personen samen met hun bagage op elkaar gestouwd voor een ritje dat gemakkelijk tot 7 dagen kon duren. Op dit platform werd onmiddellijk een selectie gehouden. Diegenen die niet fit waren om te werken werden onmiddellijk naar de gaskamers gestuurd. Voor de mensen die wel goed bevonden waren om te weken werden ondergebracht in gescheiden mannen- en vrouwenverblijven.
Bij de herdenkplaats liggen stenen met inscripties van de talen van de mensen die hier verbleven.
De crematoria van dit kamp werden allemaal vernield, hetzij door de SS’ers, hetzij bij de bevrijding door de Sovjetrussen. Hieronder de restanten van crematorium 3. Restanten van verbrandingsoven 2
De barakken van de werkenden waren ook allesbehalve met vier op een rij, drie lagen boven elkaar en vechten om niet onderaan op de koude grond te moeten liggen.
Zwaar onder de indruk reden we met het busje terug huiswaarts. We vonden het wel jammer dat we niet vrij op het terrein mochten rondlopen.
Rond 15u00 waren we terug in Krakau. Even langs de hotelkamer voor een sanitaire stop en daarna trokken we er opnieuw op uit. Het was een schitterende zonnige dag vandaag, enkele graden warmer dan gisteren.
Op de planning stond de Wawel. Deze heuvel staat bekend als de woonplaats van de Poolse koningen (vanaf de 11e eeuw). Op de Wawel vonden verschillende plechtigheden plaats. Zo werden er tot aan 1734 de koningen gekroond, er vonden verschillende bruiloften plaats en werden de koningen in de Kathedraal op de Wawel begraven. Naast de koningen rusten er ook belangrijke personen uit de Poolse geschiedenis zoals Tadeusz Kosciuszko, Adam Mickiewicz maar ook de verongelukte president van Polen Kaczynski met zijn vrouw. De Kathedraal van Wawel is tot heden een belangrijk monument van Polen en geeft een bijzondere betekenis aan de identiteit van Polen. In de kathedraal werden de Poolse overwinningen gevierd.
De legende van de waweldraak.
In het Pools Smok Wawelski, is een belangrijke figuur in de Poolse folklore. De draak leefde in een grot onder de Wawelheuvel op de oevers van de Wisla. Voor die grot staat een standbeeld van de draak, ontworpen door Bronislaw Chromy. Om de 5 minuten ‘spuwt’ de draak vuur.
Volgens de legende leefde de draak reeds tijdens het bewind van koning Krakus, de stichter van de stad. De inwoners konden de draak enkel en alleen tot bedaren brengen door iedere maand een jong meisje aan hem te offeren. De dapperste ridders van de koning waren al door de draak verslagen.
De koning schreef toen een wedstrijd uit: wie de draak kon verslaan, mocht zijn dochter Wanda huwen. Op een dag nam een arme schoenmakersleerling, Skuba Dratewka, de uitdaging aan. Hij vulde een lam met zwavel en legde dit voor de drakengrot neer. De draak at het lam en werd al zeer snel dorstig. Na de halve rivier Vistula te hebben leeggedronken, ontplofte hij. Dratewka en Wanda trouwden en leefden nog lang en gelukkig.
Rond 18u00 keerden we terug naar het hotel. Na een welverdiende doucht trokken we opnieuw de stad in op zoek naar een leuk restaurantje. Onze keuze viel op ‘Gościnna Chata’. Weerom lekkere Poolse gerechten. Eerlijk gezegd, we hebben hier nog niet slecht gegeten.