Uitstekende nacht gehad. Medepelgrims bleven ook relatief lang in de nest liggen, hadden dus op onmogelijke uren geen last van doorspoelende toiletten en krakende trappen.
Na een kort ontbijt vertrokken we om 8:15 uit Portomarín. ’t Was al lekker ‘warm’ – voor dat tijdstip van de dag – maar we trokken voor de zekerheid toch maar de fleece aan. Amper vertrokken kregen we direct ook een lange klim onder ons schoensel en onder de fleece begon de temperatuur aardig op te lopen. Helaas begon het ook al snel te motregenen. En dat kregen we eigenlijk de ganse tocht voorgeschoteld. Niet dat een drupje regen de pret kan bederven; het landschap, de boerendorpjes, de kleine kerkjes, de eeuwenoude eiken, … blijven ons fascineren. Akkoord, er waren passages waar we amper 10 meter zicht hadden, maar om ons te kraken is méér nodig.
We denken dat het aan het natte weer lag, maar we zagen vandaag aanzienlijk minder turigrinos op de camino dan gisteren. Anderzijds zagen we wel steeds dezelfde toeristenbussen die de verschillende dorpjes aandeden. De stempelkussens draaiden overuren. Het nut van die bussen ontgaat me effe, want wij waren even snel in die dorpjes dan die Pipo’s met de bus. Had wel respect voor de (puber)meisjes die de laatste 115km van de camino (vanaf Sarría dus) moeten afleggen als schoolopdracht. Daar groeien mooie kameraadschappen uit. Die meisjes zijn supergemotiveerd en peppen elkaar op als het eens wat moeilijker gaat. En durven ook eens oudjes zoals aan te spreken voor een opbeurende babbel.
In Palas de Rei aangekomen zien we dat deze etappe niet alleen ons heeft uitgeput. De immer goedlachse Italiaanse knappe zag er ook supermoe uit, maar begroette ons toch – zoals steeds – met de allermooiste en grootste glimlach. Een hele positieve dame! Daar kunnen velen nog iets van leren! Alsook uw ondergetekende! I know!
We drinken nu nog snel een glaasje om de blog te kunnen afwerken, maar ’t is al over half negen, en de beentjes, de voetjes en de moraal smeken om een bedje!
Sloppel en see ya soon!