Gisteren, na het avondeten trokken we nog de stad in voor een sessie avondfotografie. We waren eigenlijk een beetje te laat voor het blauwe uurtje, hebben toch enkele fotokes meegepikt en trokken redelijk snel terug naar het hotel.
Catedral de Santa María de Regla
Catedral de Santa María de Regla
Casa de los Botines
Na een vreselijke nacht – véél te warm, geen airco, veel straatlawaai en de heiligenbeelden die ons vanuit elke hoek van de kamer begluurden – gingen we vroeg ontbijten, liepen we nog eens rond in’t gebouw en vertrokken we om 10:30 naar San Sebastian. Het was een mooie rit, over hoogvlaktes (om en bij de 1000m) en bergen.
Het aantal kilometers naar San Sebastian beginnen omlaag te gaan.
Tegen 15h bereikten we het hoogste punt van de baai van San Sabestian en konden we inchecken in het Mercure Monte Ingueldo hotel. Ik was dan ook heel content dat we vanop onze hotelkamer een superzicht hebben.
Voor de rest lijkt het me een redelijk oud hotel. Marmeren badkamers lijkt me meer iets van in de jaren 80…Ook het zwembad heeft z’n beste tijd gehad. Maar soit, na het zeulen met de bagage naar de kamer en een korte verfrissing daalden we af naar de stad voor een fikse wandeling. We namen hiervoor de funicular tot beneden aan de berg, vlakbij het strand.
Even een kijkje nemen bij de ‘el Peine del Viento’ (Combs of the Winds), een werk van beeldhouwer van Eduardo Chillida, een perfect voorbeeld van schoonheid in zijn zuivere staat.
Van de ene kant van de baai naar de andere kant is een wandelingetje van 40 minuutjes.
Het Casa Consistorial is een prachtig gebouw, het oude Casino, gebouwd tussen 1882 en 1887, huisvest nu de gemeenteraad, ligt nabij het park Alderdi-Eder en de Paseo de la Concha.
In de oude stad dronken we iets, speelden we een beetje met de fisheye
De Basilica de Santa María del Coro.
en de binnenkant
en keerden op ons gemakje terug. Halverwege namen we de bus en met de funicular trokken we weer naar het hotel.
Voor het avondeten parkeerden we de wagen aan’t station en trokken naar de oude stad, maar halverwege kwamen we een leuke restaurantje tegen zónder toeristen. De prijzen lagen ook veel lager dan in de oude stad zelf. We hebben hier zeeeeeer lekkere lokale specialiteiten gegeten. Omdat we zo’n sympathieke klanten zijn – 🙂 – kregen we nadien nog een digestiefke van ’t huis. Een half uurtje later hadden we onze berg weer bedwongen en konden eindelijk in onze nest kruipen. Morgen is rustdag… Hopelijk… Slaapwel.